Bij Sprinthavo kun je kiezen uit de profielen Cultuur-Maatschappij, Economie-Maatschappij, Natuur-Gezondheid en Natuur-Techniek.Â
Eenjarig havotraject:
Je doet een examenjaar van ongeveer 32 weken verdeeld over 4 periodes. De eerste drie periodes sluit je af met een toetsweek. Daarna ga je aan de slag met examentraining. In mei of juni doe je het CSE (Centraal Schriftelijk Examen) in jouw vakken. Het eenjarig traject volg je wanneer je gezakt bent voor het eindexamen havo of tenminste havo-4 met voldoende resultaat hebt doorlopen.
Je krijgt het volledige vakkenpakket. Het is ook mogelijk om te studeren voor één of meerdere landelijk erkende certificaten, zodat je toch nog je diploma haalt.
Tweejarig havotraject:
Het tweejarig havotraject volg je wanneer je uit het vmbo komt of je hebt havo-4 nog niet volledig doorlopen met voldoende eindresultaat.
- Je volgt vakken op havo-4 en op havo-5 niveau
- De havo-5 vakken worden in het eerste jaar met een examen afgesloten
- Heb je havo-4 vakken niet afgesloten? Dan werk je deze door in het eerste jaar. In het tweede jaar doe je examen in het vak.
Â
Havodiploma in bezit - Deficiënties wegwerken
Heb je al een havodiploma en wil je deficiënties wegwerken? Dan gelden de volgende regels:
- Het vak biologie kun je in één jaar volgen.
- De vakken bedrijfseconomie, economie, Duits, geschiedenis, natuurkunde, scheikunde, wiskunde A en wiskunde B kennen een tweejarig traject: een voorbereidend jaar (stof havo 4) en daarna het daadwerkelijke sprintjaar. Dit traject is verplicht. Je mag geen voorbereidend jaar en sprintjaar combineren. Bovendien moet je het vak in het voorbereidend jaar met een voldoende (minimaal 5,5) afsluiten om toegang te hebben tot jaar 2.
- Voor de overige vakken bepalen we in een gesprek wat de (on)mogelijkheden zijn.
Â
Wisselen van profiel
Wil je van profiel wisselen? Hou rekening met het volgende: bij sommige vakken geldt dat je het vak eerst in het voorbereidend jaar gevolgd moet hebben om ze daarna op sprinthavo te kunnen doen. In een intakegesprek bepalen we de (on)mogelijkheden.